De Vrijmetselarij is een ruim 3 eeuwen oude orde waarvan de leden – de vrijmetselaars – streven naar een spirituele verdieping teneinde zichzelf te leren kennen en daardoor een beter mens te worden dan hij of zij tevoren was. Zijn of haar spirituele groei kan vervolgens ook zichtbaar worden in zijn of haar functioneren binnen gezin en samenleving.
Het doel van de Vrijmetselarij is de mens te begeleiden op zijn persoonlijke zoektocht naar waarheid. Dit geschiedt door het aanreiken van symbolische begrippen, door het beleven van rituelen en door praten met anderen. Dus nooit door een leer of een openbaring. Het gaat om de individuele beleving van wat er meer zou kunnen zijn tussen hemel en aarde. Niet datgene wat de natuurkundige wetten kunnen verklaren maar de oorsprong van die wetten zelf: een universele orde, een allesdrijvende kracht, een hoog beginsel. Dit begrip wordt aangeduid als de “Opperbouwmeester des Heelals”.
Vrijmetselaars hebben een afkeer van dogmatiek. Nooit mag de ene mens de andere zijn mening opleggen. Het fundamentele uitgangspunt van de Vrijmetselarij is, dat ieder mens zijn of haar eigen bewustzijnsontwikkeling moet kunnen doormaken. Het adagio van de Vrijmetselarij is: Ken uzelf. Niet als psycholoog, maar als oproep tot bescheidenheid.
Vrijmetselarij is een persoonlijke beleving, gericht op zingeving en ethische plaatsbepaling, waarbij symbolen en ritualen de belangrijkste hulpmiddelen zijn.
De Vrijmetselarij wordt beoefend in “loges” die verenigd zijn onder een overkoepelende organisatie, de “orde van vrijmetselaars”. Een vrijmetselaarsloge, zoals in dit geval De Ster in ‘t Oosten, is een zelfstandige vereniging van vrijmetselaars waar wekelijkse of tweewekelijkse bijeenkomsten plaatsvinden.
