In de begintijd bestonden de Engelse loges voornamelijk uit het Britse establishment: edellieden, politici, hoge officieren, wetenschappers en rijke burgers. Veel van die eerste vrijmetselaars waren ook lid van de Royal Society. Zij hadden in die begintijd ook jarenlang de leiding in de Grand Lodge.
Door hun status en contacten hadden de Engelse vrijmetselaars ruime toegang tot de Franse elite en hadden daar met hun gedachtegoed en de beslotenheid van hun bijeenkomsten veel succes. Frankrijk was in die tijd bepalend voor de cultuur op het Europese vasteland. Frans was de voertaal voor iedereen die zich politiek, financieel of intellectueel belangrijk voelde of dat daadwerkelijk ook was.
Frankrijk werd uiteindelijk de bakermat van de continentale Vrijmetselarij, de Vrijmetselarij zoals wij die nu kennen. Filosofie en verlichtingsdenken vierden toentertijd hoogtij in Frankrijk. De inhoud van de geïmporteerde speculatieve Vrijmetselarij wijzigde onder invloed van deze fenomenen in een zingevingsgebeuren. De vrijmetselaar moest zichzelf ontwikkelen en daardoor een beter mens worden dan hij was. De vorm van de rituelen en symbolen die hem daarbij moesten ondersteunen, bleven min of meer gelijk. Alleen hun betekenis werd meer intern gericht.
Het is die zingevingsgerichte Vrijmetselarij die in Nederland wortel heeft geschoten. De eerste Nederlandse loge werd in 1734 opgericht en in 1756 de Nederlandse Grootloge. De waarde van de Nederlandse Vrijmetselarij bewijst zich dus al bijna 300 jaar. Die waarde wordt omschreven in de ordegrondwet: De Nederlandse vrijmetselaar werkt met behulp van symbolen en rituelen aan zijn persoonlijke vorming. Deze arbeid stimuleert hem ook naar vermogen bij te dragen aan een betere samenleving. De vrijmetselaar zoekt op wat mensen verbindt en tracht weg te nemen wat hen verdeelt, opdat het ideaal van een allen verbindende broederschap gestalte kan krijgen. Hij aanvaardt een persoonlijke verantwoordelijkheid ten opzichte van de wereld, die hij ziet als een te voltooien bouwwerk waarvan ieder mens een bouwsteen is. De vrijmetselaar erkent de hoge waarde van de menselijke persoonlijkheid, de gelijkwaardigheid van alle mensen, ieders recht om zelfstandig te zoeken naar waarheid en ieders verantwoordelijkheid voor zijn doen en laten.
Op u komt het aan!
