Rituelen en symbolen

Vrijmetselarij is een beleving gericht op zingeving en ethische plaatsbepaling, waarbij symbolen en rituelen de belangrijkste hulpmiddelen zijn.

De vrijmetselaar gebruikt symbolen en rituelen om zichzelf en het voortgaande proces waarin hij zich bevindt te leren kennen en zo mogelijk beter te leren begrijpen. Tijdens dat gebruik krijgen de diverse handelingen en gebeurtenissen betekenis.

Het ritueel als symbolische magische handeling herschept het oergebeuren en actualiseert een mythe. Het is mythe in actie en het brengt het mysterie binnen de waarneembare werkelijkheid. De altijd onderling verbonden vorm en inhoud van een rituaal zijn belangrijk want bepalend voor de beleving impact en toepasbaarheid van dat ritueel voor zowel de individuele vrijmetselaar als voor de gehele loge.

Een symbool is in zijn simpelste omschrijving een voorwerp, een handeling of een afbeelding die verwijst naar één of meer ideeën of begrippen. Een concreet voorwerp dat naar een immateriële werkelijkheid verwijst.

Of de maçonnieke symbolen qua betekenis leeg zijn en door de vrijmetselaar zelf worden gevuld of dat er sprake is van een achterliggende wereld van ideeën is binnen de Vrijmetselarij een open vraag die ieder voor zichzelf kan beantwoorden. Biedt de Vrijmetselarij een methode om tot ethische zelfbepaling te komen of is zij gebaseerd op een eigen ideeënwereld omtrent het diepste wezen van een mens? Die ideeënwereld gaat ervan uit dat de mens een weg van duisternis naar licht heeft te gaan, een ontwikkeling in bewustzijn en een daarmee samenhangende levenshouding.

Beide opvattingen bestaan naast elkaar. In de ordegrondwet wordt het als volgt omschreven: Symbolen en rituelen zijn door de traditie gegeven; zij worden door de vrijmetselaar naar eigen inzicht geïnterpreteerd.

De Vrijmetselarij ontleent haar symbolen gezien haar oorsprong voornamelijk aan de bouw. De meest bekende daarvan zijn passer en winkelhaak, waarbij de passer het geestelijke symboliseert en de winkelhaak het stoffelijke. Gecombineerd duiden ze het streven aan om inzicht te krijgen in het gebied tussen het “tastbare” en het “onzegbare”.